Het laatste weekend van november staat Utrecht in het teken van Le Guess Who?. Van de start tot de afterparty was het dit jaar weer een zeer geslaagd festival. De oorspronkelijke doelstelling om een podium te bieden aan alleen Canadese bands is omgevormd tot een podium voor relatief obscure muziek van over de hele wereld. En dat werkt.

De twee breinen achter Le Guess Who? groeiden samen op in het zuiden van ons land en deelden dezefde muzieksmaak. De programmeur van Tivoli, Johan Gijsen, en boeker Bob van Heur besloten in 2006 dat het tijd was samen iets te organiseren. Beiden waren op dat moment gefascineerd door de muziekscene van Montreal, Canada. Die had hun interesse vanwege onder andere de kruisbestuivingen van muzikanten tijdens jamsessies.

Het idee werd geboren om een festival op te zetten dat zich spitste op het culturele klimaat van Montreal. De titel is afgeleid van The Guess Who, een Canadese band die per vergissing vaak voor Amerikaanse band werd aangezien. Maar al bij de tweede versie van het festival werd er afgeweken van het oorspronkelijke idee. Alleen maar bands uit Canada laten overkomen werd te duur. En om als festival volledig afhankelijk te zijn van Canadese bands, die niet alleen goed zijn, maar ook toevallig in Europa toeren in het laatste weekend van november, is verre van ideaal. Daarom werd in de loop der jaren de nadruk verplaatst van het land van herkomst naar het bieden van een podium aan voornamelijk de onbekendere bandjes uit diverse landen wereldwijd.

Vrijdag 25 november om 21.00 uur speelde in EKKO Pink Mountaintops: de tweede band van de zanger McBean van Black Mountain, een Canadese band die er bij was tijdens de eerste versie van Le Guess Who?.

Het is een expirimenteel gebeuren. Ook voor het oog. McBean heeft lang haar, een baard en een Baptists-shirt aan. De man die de sinthesyzer, vol geluidseffecten, bespeeld knikt de knieen van zijn lage dunne benen op de maat in de x-vorm, terwijl hij afwezig langs het publiek staart. Het prettig klinkende lawaai vindt enthousiaste respons in de steeds losser wordende zaal vol hipsters.

Om 22.00 uur start Bill Callahan in Tivoli Oudegracht. Mensen die daar op tijd wilden zijn moesten het optreden van Pink Mountaintops vroegtijdig verlaten, met de kans om net wat laat in de volle zaal in Tivoli te arriveren. Dat is jammer van de programmering. Maar na met ellebogen en knietjes een weg naar voren gebaand te hebben en aangekomen bij de rand van het podium staat er dan ook een adembenemende act.

De karakteristieke diepe stem van Callahan (die tot 2005 toerde onder de naam Smog) komt volledig tot zijn recht. Het zorgt voor een intense sfeer, terwijl hij met een stoïcijns gezicht rechtopstaand zingt over ‘In rivieren drijven met een lege koffer', 'Het voelen van iemand die er niet meer is' en 'Amerika’. Juist dat stoïcijnse is bijzonder intrigerend. Naast Callahan zitten een gitarist en een drummer op het podium, die elk volledig geconcentreerd opgaan in hun eigen instrument.

Achter zijn laatste nummer, Let me see the colts, plakt hij ineens een paar zinnen waarin hij het einde van de show aankondigt. En weg is ‘ie. Bij de merchandise ligt, naast zijn muziek (hij heeft dit jaar een nieuw album uitgegeven: Apocalypse) en de gebruikelijke T-shirts, een boekje dat Letters to Emma Bowlcut heet. Het is een dunne briefroman, geschreven vanuit de brieven van een man die zonder met haar gesproken te hebben, besluit een brief te schrijven aan een vrouw die hij zag op een feestje. Doordat zijn schrijfstijl bestaat uit punten op plaatsen waar het logisch geweest zou zijn vraagtekens of uitroeptekens te zetten, klinkt Callahans monotome manier van zingen erin door.

Op zondag, de laatste dag van vier dagen festival, zijn er vooral verrassende kleinere bandjes te vinden. Een brakke middag kan prima worden doorgebracht in Tivoli de Helling, waar om half vier het Noord-Engelse bandje Dan Haywoods Newhawks moderne folk speelt. Het wordt overtuigend gebracht. Er worden bekertjes thee verkocht en het publiek is in rustige stemming.

Forest Fire, een band uit New York heeft een sterke podiumuitstraling. Vooral de combinatie van de fel gemake-upte gitarist met kisten aan en het nerderig gestylde uiterlijk van de zanger (nauwkeurig bloempotkapsel, ronde zwarte bril) zijn opvallend. De gitarist legt voor het optreden aandachtig een zakdoek neer en plaatst daar een mini tuinkabouter op. Ze zijn eigenaardig op een gecontroleerde manier en maken alternatieve folk-rockmuziek die niet misstaat in de indie scene. De zanger heeft een wat zenuwachtige presentatie: hij hakkelt en trekt met zijn mond, maar wellicht heeft dat te maken met dat ze, naar eigen zeggen, de hele week niet hebben geslapen.

Als de avond is gevallen staat er in de RASA een andere indrukwekkende band: Akron/Family. Zij hebben diverse platen op hun naam staan en maken experimentele rockmuziek met folk invloeden en extreme wisselingen van harmonieuze zang en wilde lawaaipartijen. Hun gedrag naar het publiek wisselt op eenzelfde manier. Ze proberen op het ene moment met succes de zaal mee te krijgen in een ‘dans’ die iedereen in de zaal "connect with the big mind in the sky, can you feel it?" Iedereen moet een vinger in de lucht steken en langzaam heen en weer buigen, terwijl je fantaseert dat je knap, rijk en op het strand bent. Dit hebben ze geleerd van Group Inerane (elektrische woestijn gitaarmuziek) die het podium bestierden voor de Akron/Family.

Op een ander moment stormt Akron/Family zelf het publiek in, springen ze op mensen, draven rondjes met een uitverkoren fan op hun nek en tillen ze exotische planten op. Dat werkt wel. Het publiek is volledig losgeschud. Akron/Family eindigt de show met een soort mantra waar de hele zaal aan mee dient te doen. Terwijl het publiek massaal "love and space" zingt, zingen zij dingen als "lord bring me here, open my heart, bring me near". Er ontstaat een kleine intieme sfeer. Dan gaat er een mobieltje, en, volledig in de stijl van de mannen op het podium, begint het publiek spontaan heel hard te zingen en met hun voeten te stampen. Een daverend applaus volgt.

Van de RASA naar de EKKO. Voor een glimp van de Givers: één van de meest enthousiaste performers van Le Guess Who?. Zij zijn afkomstig uit Louisiana, en brachten dit jaar hun debuutalbum In Light uit. De jeugdige energie van deze band spat van het podium af en landt in het publiek van een volle EKKO. Er zijn twee drumpartijen, belletjes, ukeleles, gitaren en een goed matchende samenzang van Taylor Guarisco en Tiffany Lamson, de oprichters van de band.

Later in Tivoli Oudegracht zet Gang Gang Dance nog even een psychedelisch spectakel neer met visuals die in allerlei kleurrijke bewegende patronen over het podium vallen. De stem van de hooggehakte zangeres Liz Bougatsos sluit naadloos aan bij de bonte mix van instrumenten en electronische geluiden.

De afsluiter van het festival is het experimentele Panda Bear, een project van Animal Collective drummer Noah Benjamin Lennox. Hij bracht dit jaar zijn vierde full length album Tomboy uit. In Tivoli breidt hij de intensiteit van visuals, die hij op het hele podium projecteert, uit met rookmachines en extra lichteffecten. Terwijl Nederland afscheid neemt van een gure zondagavond, barst in Utrecht de afterparty los van een zeer geslaagd festival.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.