Urban agriculture – land en tuinbouw binnen de stad - leeft in Nederland. Het levert duurzaam, gezond en lokaal voedsel op, maar bovenal kan het wereldwijd de groeiende stedelijke bevolking voeden. Internationale experts kwamen deze maand naar de Floriade in Venlo om over dit onderwerp te spreken.

In de volle conferentiezaal van het Floriadeterrein vond de laatste conferentie van de FoodFirst cyclus plaats. Uniek aan deze conferenties is de kruisbestuiving van kennis. Sprekers vertegenwoordigden het bedrijfsleven, kennisinstellingen, non-gouvernementele organisaties (ngo's) en de overheid, van zowel westerse als ontwikkelingslanden. Samen met het publiek bediscussieerden zij de best-practices om lokale en mondiale voedselzekerheid en landbouwontwikkeling te bereiken.

Hans Hoogeveen, directeur-generaal van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie benadrukte tijdens de conferentie dat door klimaatverandering de beschikbaarheid van voedsel in de toekomst nog meer onder druk komt te staan. Met name in de steden, want hoewel steden maar twee procent van het wereldoppervlakte beslaan, woont zestig procent van de wereldbevolking in een stad. Urban agriculture heeft de potentie om in de stad de bevolking te voeden en de gemeentegronden intensiever te gebruiken.

Land voor de allerarmsten
Deze potentie is vooral hoog in de Afrikaanse landen waar wereldwijd de meeste mensen in hongersnood verkeren. In het rapport van Verenigde Naties, State of Food Insecurity in the World, staat dat, hoewel het aantal mensen in hongersnood wereldwijd is afgenomen tussen 1990 en 2012, dit aantal in Afrika juist toegenomen is van 175 miljoen naar 239 miljoen. Volgens Diane Lee-Smith, oprichter van het Mazingira Instituut in Nairobi, Kenia, moet urban agriculture vooral voedselverbouwing beschikbaar maken voor de allerarmsten, want anders profiteren alleen de rijkeren: “In 2020 leven naar schatting 500 miljoen mensen in Afrikaanse steden. In vergelijking met de middenklasse en de rijke populatie, hebben met name de allerarmsten in de steden maar beperkte toegang tot het land”. In sommige Afrikaanse gebieden is de ongelijkheid heel groot, stelt zij. “Bijvoorbeeld in overbevolkte sloppenwijken waar inwoners geen toegang tot land of een tuin hebben. De allerarmsten hebben hier zelfs tot 77 procent meer voedselschaarste en hongersnood in vergelijking tot de rijkere gebieden.”

Naast voedselschaarste, hebben veel landen te kampen met voedsel distributieproblemen. Tijdens de schuldencrisis van Colombia in de jaren tachtig – the Lost Decade – kampte het land met een tegenvallende economie en veel gewapende conflicten waardoor de voedselproductie en distributie flink afnam. Het Centro de Technologia Especializado de Colombia (CETEC) begon in 1985 met het helpen van kleine boeren om hun productie op gang te houden. Alberto Rodriguez, directeur van CETEC in Cali, Colombia, gebruikte urban agriculture om de voedseldistributie weer op gang te helpen in het conflictgebied. CETEC deed dit door allianties te creëren op het platteland en in de steden, met de producenten, de fabrieken, consultancybedrijven, en de top van de private sector. Zo werden een soort supermarktcoöperaties opgezet. “We werkten planmatig en gediversifieerd, elke producten verbouwde verschillende gewassen om zijn familie te voeden, kreeg geld om te investeren en werd geholpen bij de distributie”, aldus Rodriguez. Daarnaast kregen de families technische ondersteuning om een grote oogst te krijgen. Ondertussen helpt CETEC 28 rurale organisaties en twaalf stedelijke organisaties. Dit in samenwerking met organisaties die hen politiek vertegenwoordigen. Door de gediversifieerde aanpak van CETEC worden de boeren gestimuleerd om verschillende gewassen te verbouwen. Wanneer een oogst mislukt kunnen de families nog van andere gewassen eten en hoeven ze niet direct honger te lijden.

Hoewel er in het Westen geen gebrek is aan voedsel, zijn er veel initiatieven die de burger bewust maken over voedselkwaliteit, eerlijke voedselprijzen en duurzaamheid. Consumenten vragen steeds meer naar stedelijke voedselproducten, variërend van balkontuintjes, supermarkten met alleen lokale producten (denk in Nederland aan Marqt) tot stedelijke voedselprojecten. Want Lokaal eten heeft minder vervoer nodig en daarom minder CO2 uitstoot. FoodGuerrilla, een project van NCDO, wil deze groene bewustwording onder burgers versterken. Het initiatief Urban Gardening – From Tiles to Strawberries – stimuleert burgers om een verlaten stukje gemeentegrond te zoeken en te veranderen in een stadstuin. Met behulp van hun stappenplan kan iedere burger een verlaten pleintje of honden-uitlaatveld in een tuin met aardbeien en bloemen veranderen. En op de website Pluk de Stad kunnen inwoners eetbare plekken in de stad vinden, zoals bomen met hazelnoten, bloemen en bessen. Ook staan er tips over wanneer de planten geplukt kunnen worden en geven ze recepten om ze te bereiden. De initiatieven laten zien dat een groenere stad door consumenten mogelijk is; met urban gardening zorgen de inwoners voor intensivering van het land, en met Pluk de Stad vergroot dit de voedselvoorziening in de stad.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.