Lost in Europe sprak met Naomi, een vrouw van 23 jaar oud en slachtoffer van mensenhandel en seksueel misbruik. In het theaterstuk ‘My name before Naomi’ vertelt ze over haar vlucht uit Oeganda en het netwerk van mensensmokkelaars waarin zij terecht kwam. In het stuk vertelt ze haar verhaal dit keer onder haar eigen voorwaarden. Niet die van de politie, de IND of een andere instantie. Het stuk werd geproduceerd door Frascati Productions, De Gasten en de ARQ-psychotrauma expert group.

Het is om verschillende redenen lastig om te spreken met kinderen die slachtoffer zijn of zijn geweest van mensensmokkel. Daarom is het belangrijk het verhaal van Naomi te delen, zodat er meer bewustwording ontstaat over mensensmokkel in Europa. Op het moment van haar vlucht is Naomi net meerderjarig. Haar verhaal geeft een beeld van hoe mensensmokkel er in Nederland en de rest van Europa uit ziet. Het gesprek met Naomi vond plaats na haar voorstelling. Om de veiligheid van Naomi te waarborgen wordt haar achternaam niet genoemd.

Homoseksualiteit
“Mijn moeder schopte mij het huis uit toen ze erachter kwam dat ik lesbisch was. Ik was net 19 jaar oud. Homoseksualiteit is namelijk een groot taboe in Oeganda en wordt door veel mensen niet geaccepteerd. Ik trok toen in bij mijn vriendin, die tien jaar ouder is en dus al op zichzelf woonde.

Op een dag belde mijn vriendin mij op het werk. In paniek vroeg ze of ik alsjeblieft de kranten kon controleren om te kijken of er iets in stond over ons. Oegandese sensatiekranten waren toentertijd namen aan het verspreiden van LGBT mensen. Mijn vriendin zei dat ik onmiddellijk onze foto’s van mijn telefoon moest verwijderen, maar ik wilde de foto’s redden. Ik was op dat moment aan het werk in een internetcafé en dus probeerde ik ze daar stiekem op een usb-stick te zetten. Ik was bezig met het overzetten van de foto’s toen een klant binnenkwam en mij om hulp vroeg. Mijn baas kwam op dat moment binnen en ging achter mijn computer zitten. Hij opende het tabblad en zag de foto’s. Hij begon direct te schreeuwen. Steeds meer mensen kwamen naar het café en aanschouwden de foto’s. Drie jongens sleepten mij aan mijn armen en benen naar buiten. De politie kwam er gelijk aan. Die nam mij mee.

Foto: David Prado, Adobe stock. 

Op het politiebureau mocht ik één telefoontje plegen. Ik dacht aan niets anders dan de veiligheid van mijn vriendin. Ik belde haar op en vertelde haar dat ze moest rennen, vluchten, omdat ze waarschijnlijk ook achter haar aan zouden gaan.

Gevangenis
Vijf weken lang zat ik gevangen. Totdat mijn vriendin een bewaker in de gevangenis omkocht en ik eindelijk kon ontsnappen. Toen ik bij haar aankwam besloten we dat er niets anders op zat dan te vluchten, het zou immers in een mum van tijd compleet de andere kant op kunnen gaan. Als iemand met meer geld de bewaker ook zou omkopen, zou ik zo weer in de gevangenis belanden. En dit keer zou het niet alleen gaan om mij, maar ook om mijn vriendin.

Een tijd lang hebben we bij een vriendin van ons gelogeerd. Toch werd het ons al snel duidelijk dat het niet veilig was om in Oeganda te blijven. We besloten naar Kenia te vluchten. Mijn vriendin had een schoenenbedrijf dat ze van haar vader had geërfd nadat hij overleden was. Ook bezat ze een huis. Dit alles wilde ze niet achterlaten. Ze moest het eerst zien te verkopen. Dus spraken wij af dat zij in Oeganda zou blijven en mij later zou vergezellen. Ze kwam wel met mij mee naar Kenia. Daar stelde ze mij voor aan haar vriendin Jessica. Die had alles voor mij geregeld en ik kon veilig verder, dachten we. Mijn vriendin keerde terug naar Oeganda.

Over Jessica wist ik heel weinig. Het enige dat ik wist was dat zij bevriend was met mijn vriendin. Het interesseerde me op dat moment ook vrij weinig hoe ze elkaar kenden en hoe lang. Ik wilde gewoon vluchten, weg, veilig zijn. Ze leken elkaar lang te kennen afgaand op de manier hoe ze tegen elkaar praatten. Jessica had een visum voor mij geregeld om naar Duitsland te gaan. Alles leek beter te gaan.

Wat er daarna mis ging weet ik niet. Ik kwam aan op het vliegveld, maar ik kan mij niets herinneren van wat er daarna is gebeurd. Ik werd namelijk wakker in een lege kamer. Ik denk dat ze mij hebben gedrogeerd. Het enige wat ik zag was een bed, een wc en slechts één kledingkast vol met beha’s en damesslips. Mijn eigen kleding kon ik nergens vinden, mijn telefoon ook niet. En Jessica? Jessica was ook nergens te bekennen.

Gedwongen prostitutie
Ik zat de hele dag opgesloten in die kamer. De enige mensen die ik zag waren mannen en een mevrouw met de blauwe ogen. Zij was de eerste persoon die tegen me sprak. Ze wees naar de kledingkast en zei 'Dit is wat je aan moet doen’. Ze was gekleed als een moslima, maar ik denk niet ze dat daadwerkelijk was. Het was gewoon een vermomming. Het enige wat ik van haar zag waren haar koude blauwe ogen. Ze was Europees en sprak in allerlei verschillende talen, waaronder Nederlands en Duits. Toentertijd kon ik de talen niet herkennen of uit elkaar halen, maar inmiddels weet ik dat ze vloeiend Duits en Nederlands sprak.

De mannen kwamen de hele dag door mijn kamer binnen. In en uit. Ze spraken nooit met mij. Het was verboden om met ze te praten. Ze wilden niet met mij communiceren omdat dat het moeilijker voor hen zou maken om mij al die dingen aan te doen. Het waren geen arme mannen of mensen uit de middenklasse. Ze zagen er bijna altijd erg rijk uit en kwamen uit verschillende landen, vooral uit Duitsland.

Ik weet niet wie er nog meer opgesloten zat in het huis, maar ik weet dat er meer meisjes waren. Elke dag hoorde je andere meisjes schreeuwen. Ik heb daar nooit een kinderstem gehoord, dus ik weet niet of er kinderen waren, maar ik weet wel zeker dat er andere meisjes waren die ook gedwongen werden tot prostitutie.

Op een dag kon ik niet meer wakker blijven. Telkens viel ik flauw. Het voelde alsof ik iedere keer opnieuw doodging. De dame met de blauwe ogen dacht volgens mij ook dat ik dood zou gaan. Ze blinddoekte mij en deed handboeien bij mij om en vertelde mij dat ik ergens anders heen moest. We stapten in de auto. Op een gegeven moment deed ze de handboeien en blinddoek af en vertelde mij dat ik moest wachten op een bankje. Ze zou iets gaan halen. Ik wachtte en ik wachtte en van alles ging door mijn hoofd. ‘Moet ik nu rennen? Ze heeft een pistool. Blijf ik wachten? Komt ze eigenlijk wel terug?’

Ik besloot het erop te wagen en liep weg. Het was de eerste keer in vijf weken tijd dat ik buiten was en ik had geen idee waar ik was. Op een gegeven moment zag ik een putdeksel waar iemand ‘Amsterdam’ op had geschreven. Ik dacht ‘ben ik nou in Nederland?’.

Nederland
Het enige waar ik aan dacht was een ziekenhuis. Ik voelde mij zo beroerd, maar ik had geen idee waar ik was. Ik begon mensen op straat aan te spreken, de eerste persoon waaraan ik iets durfde te vragen was een meisje. Ik vroeg haar ‘Mag ik je iets vragen?’. Ze keek me aan en antwoordde ‘Nee’. Ik voelde mij compleet verloren, alsof niemand mij zou helpen. Een stukje verder op zag ik twee jongens bij een café staan en ik vroeg opnieuw of ik iets mocht vragen. Een van de jongens liep van mij weg, de ander keek mij alleen maar een tijdje aan. Ik vroeg of er een ziekenhuis in de buurt was. Hij bekeek mij van top tot teen en vroeg ‘Is jouw huis soms afgebrand?’. Ik begrijp het wel want ik zag er vreselijk uit. Hij vroeg of ik een verzekering had in Nederland en op dat moment wist ik het zeker; ik was in Nederland.

Zonder verzekering had een ziekenhuis geen zin volgens hem, ik moest met de politie praten. Maar zoals je weet, heb ik alleen maar verschrikkelijke ervaringen met de politie, dus agenten waren echt wel de laatsten die ik zou willen zien. De jongen negeerde mijn verzoek om de politie niet te bellen. Hij bood mij een glas water aan en al snel arriveerde de politie. Die stelde mij een paar vragen en bracht mij toen naar een ‘safehouse’.

Ik vind niet dat de politie genoeg heeft gedaan om de mensen van het smokkelnetwerk te vinden. Natuurlijk, ik was in shock en kon niet veel praten. Ik begrijp zelf ook dat dat moeilijk was voor de politie, maar twee maanden later toen het beter ging heb ik ze alles verteld. En ik snap ook dat zonder huisnummer, postcode of zelfs een stad, zij niet zoveel informatie hadden over waar ik werd vastgehouden, maar ik heb ze toch belangrijke informatie kunnen geven. Ik wist op welke luchthaven ik was aangekomen en ik wist op welke datum dat was. Dat is toch al heel wat! Kom op, het is een luchthaven, overal zijn er camera’s, kunnen ze daar niet meer mee?

Asielaanvraag
Maar het enige wat ik kreeg was een brief, twee weken later na het gesprek. Er stond in dat ze verder niets meer konden doen en dat de zaak gesloten werd bij gebrek aan informatie. Verder stond er dat ik over 28 dagen het land zou moeten verlaten. Of, als dat niet mogelijk was vanwege veiligheid, ik asiel aan zou moeten vragen. Dus vroeg ik asiel aan, want de reden dat ik niet in Oeganda ben is niet vanwege mensensmokkel, maar omdat ik niet veilig ben in Oeganda vanwege mijn geaardheid. Ik was zo teleurgesteld en dat ben ik nog steeds. Het lijkt wel alsof de politie gewoon lui is. Ik weet dat het een moeilijke zaak is, maar mensenhandel is de op één na grootste misdaad ter wereld. En die criminelen, die mensen verhandelen, die weten dat zij er hoogstwaarschijnlijk mee weg kunnen komen.

Na dit alles, heb ik zo vaak geprobeerd weer in contact te komen met mijn vriendin. Ik heb haar via alle mogelijke manieren benaderd, via de telefoon en ook via Facebook. Haar Facebook account is verwijderd en haar telefoon lijkt voor eeuwig uit te staan. Ik vind het zo moeilijk, ik heb geen idee wat er nu met haar aan de hand is. Is ze veilig? Is ze ook in de gevangenis beland? Of was onze drie jarige relatie een grote façade? Heeft ze mij erin geluisd? Ik weet het echt allemaal niet, maar ik hoop dat ze veilig is.”

Op dit moment woont Naomi in een AZC in Nederland. Haar asielprocedure loopt nog. De IND heeft haar asielaanvraag geweigerd. Naomi en haar advocaat zijn daartegen in hoger beroep gegaan, die de rechter gegrond verklaarde. De IND is daar op zijn beurt tegen in hoger beroep gegaan, maar dat keurde de rechter af. Naomi wacht nu af hoe de IND hier op reageert en zegt dat de IND haar geaardheid ongeloofwaardig acht. Ze hoopt spoedig toch haar verblijfsvergunning te kunnen ontvangen. In de tussentijd leert ze Nederlands en is ze bezig met een nieuw theaterproject met andere vluchtelingen.