Het containerschip MSC Zoë verloor op 2 januari 291 containers in de Noordzee. Een grote ramp voor het milieu in de Waddenzee maar ook voor de omliggende eilanden die plotseling allemaal afval en goederen op hun stranden hadden liggen. Naar schatting 24 miljoen kleine plastic korrels spoelden aan in het oostelijk Waddengebied.

Erik Homan, officier van de dienst bevolkingszorg op Terschelling, speelde een belangrijke rol bij de eerste crisisaanpak toen de ramp zich net had voltrokken. Homan zat om half 9 s ’ochtends op de boot terug naar Terschelling nadat hij Oud en Nieuw op het vasteland had gevierd. Opeens kreeg hij meldingen en telefoontjes dat er containers waren aangespoeld op het eiland.

Homan moest ervoor zorgen dat het in de eerste uren vrij voorspoedig verliep met het opruimen: “Mijn taak is om de openbare orde te bewaren als zoiets als dit gebeurt.” Al vlak na de ramp kregen Homan en zijn collega’s telefoontjes van mensen die graag mee wilden helpen met het opruimen. “Daar hebben wij goed gebruik van gemaakt”, zegt Homan. Zelf kon hij maar een dag op zee meehelpen met het opruimen. De rest van de tijd had hij de taak om de vrijwilligers aan te sporen. Dankzij de hulp van de vrijwilligers heeft de gemeente Terschelling in minder dan 5 dagen het meeste van het aangespoelde afval op kunnen ruimen.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.