Zo geeft de Syrische president onder meer aan dat de positie van het Syrische nationale leger sterk is en dat de situatie van het land momenteel in het voordeel is van de Syrische regering. Het bloedvergieten kan gezien worden als een politieke zuivering. In het interview verklaarde Assad het volgende: “Een goede nationalist valt z’n land niet aan. Dit is een positieve strijd. In de eerste plaats is het een politieke schoonmaak van de natie en daarnaast een schoonmaak van het vaderland in het algemeen.” Volgens de president was het dan ook goed nieuws dat inmiddels tienduizenden mensen het land zijn ontvlucht, omdat zo het land gezuiverd wordt van mensen die niet patriottisch genoeg zijn. Over overgelopen militairen en politici denkt Assad net zo.
Dat deze berichten verontrustend zijn, is duidelijk. Nog zorgwekkender is het feit dat de internationale gemeenschap op dit moment klem staat om collectief hulp te verlenen, terwijl de roep om hulp vanuit de Syrische oppositie steeds sterker wordt. Deze roep om hulp betreft zowel humanitaire hulp voor de verslechterde leefomstandigheden als militaire hulp om het conflict zo snel mogelijk op te lossen. In het geval van Libië lukte het de VN-veiligheidsraad een resolutie aan te nemen om militair in te grijpen. In het geval van Syrië heeft de Veiligheidsraad tot drie keer toe gefaald om een mandaat aan te nemen die sancties tegen Syrië mogelijk maakte. Bij de laatste stemming blokkeerden Rusland en China voor de derde keer op rij de resolutie met hun veto. De klassieke interventie van een NAVO-VN mandaat is hiermee volledig van tafel. Landen als China en Rusland zien dit soort situaties als een politiek statement: collectieve, militaire hulp verlenen op internationaal niveau is niet mogelijk zonder hun goedkeuring. Het enige wat nu gedaan kan worden om Assad zo snel mogelijk te laten aftreden is de Syrische oppositie van buitenaf ondersteunen.
Volgens Floor Janssen, Midden-Oostendeskundige bij Instituut Clingendael, is er in Syrië niet één Syrische oppositie: “De oppositie is meer dan het Vrije Syrische Leger. Het VSL wordt onder andere geholpen door Al Qaida-gelieerde- en salafistische groepen die worden gefinancierd door de Golfregio. De oppositiegroepen strijden tegen een gemeenschappelijke vijand, maar hebben hun eigen ideeën en opvattingen over hoe Syrië eruit moet zien na de strijd.” De Syrische opstand, en daarmee het Vrije Syrische Leger, is geboren uit de arme en achtergestelde massa. Janssen legt uit dat er in Syrië een grote tegenstelling bestaat tussen arm en rijk. De opstand is voortgekomen uit gevoelens voor ongelijkheid. Bijna de helft van de Syrische bevolking komt uit een minderheidsgroep. De soennieten zijn in de meerderheid, daaropvolgend de sjiieten. Het Vrije Syrische Leger is grotendeels soennitisch. Ondanks dat de meeste rebellen zelf vinden dat hun sektarische afkomst niet mee mag spelen, komen er toch veel berichten over sektarisch geweld uit Syrië. De tendens is dat in geval van oorlog, mensen zich gaan terugtrekken naar hun eigen groep. De angst voor een burgeroorlog is hiermee ontstaan. Naast de strijd tegen Assad moet de internationale gemeenschap dus ook rekening houden met de mogelijkheid dat interne gevaarvorming ontstaat.
Bondgenoten en rivalen
Het Westen heeft aanvankelijk ingezet op het diplomatieke proces. Zij ondersteunen de Syrische Nationale Raad en betogen dat zij de oppositie (nog) niet steunen met militaire middelen. Er zijn genoeg redenen voor het Westen om niet militair te willen ingrijpen in het Midden-Oosten. Met het oog op de recente gebeurtenissen in Libië en voorgaande oorlogen in Afghanistan en Irak, willen zij nu voorzichtiger te werk gaan.
Toch probeert het Westen, en met name de VS, achter de schermen de oppositie te helpen om Assad te doen laten aftreden. De VS heeft veel kritiek over zich heen gekregen door te verklaren geen bijdrage te leveren aan de oorlog, terwijl de CIA wel bij de grenzen aanwezig is om inlichtingen te verzamelen en de Syrische oppositie te ondersteunen. De CIA helpt de Amerikanen bij de Turks-Syrische grensovergang met het controleren van de wapendistributie naar Syrië. Dit maakte The New York Times in juni 2012 bekend. Naar verluidt om wapens zoveel mogelijk bij de juiste rebellengroepen te krijgen zonder dat deze terecht komen bij Al Qaida gelieerde groepen. Voor de rest kunnen de Amerikanen en hun bondgenoten niet veel meer doen dan het conflict gadeslaan; zelf hebben ze geen voet aan de grond en collectieve steun wordt steeds verhinderd.
Het zijn niet alleen de VS, Rusland en China die een prominente rol spelen in het conflict. Volgens Janssen zijn ook de Syrische bondgenoot Iran en rivaal Saoedi-Arabië van belangrijke invloed. Iran is voornamelijk sjiitisch en Saoedi-Arabië soennitisch. Het Shi’isme en het Soennisme zijn de twee grootste ideologische stromingen binnen de islam. Inmenging van deze landen heeft voor een verscherping van het conflict gezorgd. Sinds Rusland de afgelopen weken flink onder vuur is komen te liggen door initiatieven voor collectieve steun te blokkeren, is het met name Iran die op dit moment een behoorlijke bijdrage levert aan het Syrische nationale leger. Anderzijds levert Saoedi-Arabië wapens en geld aan de oppositie van Syrië, alleen lijken zij voornamelijk de salafistische kant van de oppositie te steunen, waaronder de Al Qaida-achtige groepen.
Het verloop
Het valt op dit moment moeilijk te zeggen hoe het conflict zal verlopen en wat de uitkomst zal zijn. Net als alle andere oorlogen is ook deze oorlog gecompliceerd van aard. Het Syrische conflict is een oorlog die reeds zolang voortduurt dat veel landen met uiteenlopende interesses, verschillende opvattingen, ideeën en prioriteiten zich hebben gemengd in het conflict. Ook Janssen is van mening dat het erg lastig is om in dit stadium voorspellingen te doen over het verloop van de situatie. Uit onderzoek, dat Janssen bij het Instituut Clingendael heeft verricht, blijkt dat op dit moment de Syrische staatskas aan het opdrogen is. Het is maar de vraag hoelang Assad deze oorlog nog kan financieren. Het regime zal ongetwijfeld nog een tijdje doorvechten, mede dankzij Russische wapens en de steun van Iran. Dit heeft Assad zelf meer dan duidelijk gemaakt in zijn televisie-interview. Hoelang is alleen de vraag.
Maar, met of zonder Assad, het is een conflict dat nog lang kan voortduren. Mocht Assad vroeg of laat vallen dan breekt een nieuwe gevaarlijke periode aan, vanwege het machtsvacuüm dat dan waarschijnlijk zal ontstaan. Een cruciale vraag is: wat is er over van de staat als de presidentiële familie niet langer aan het hoofd van het land staat? Syrië kent staatsinstituties, het is echter onbekend hoe zij zullen, en of zij kunnen, functioneren in een post-Assad tijdperk. Janssen is van mening dat de nieuwe regering een weerspiegeling moet zijn van de Syrische samenleving. “Zodra Assad valt, is in eerste instantie veiligheid het belangrijkst. Stabilisatie missies kunnen daaraan bijdragen en het is van belang dat de huidige milities worden gedemobiliseerd. Een stabiele situatie is een belangrijke voorwaarde voor een democratisch proces, waarin de oppositieleiders een belangrijke rol zullen vervullen.” Net als met Libië, zal het transitieproces van een repressief systeem naar een democratie een proces worden dat tijd nodig heeft. Vooralsnog kan een democratisch proces alleen bewerkstelligd worden wanneer het regime van Assad valt. Of het regime wel of niet zal vallen, blijft voor nu speculatief.
* De foto's zijn gemaakt in het vluchtelingenkamp Reyhanli, aan de grens tussen Turkije en Syrië.
LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS
Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.
Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.