In januari van dit jaar zei voormalig minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) dat ‘asielzoekers uit Syrië op termijn gedwongen moeten terugkeren’. Haar uitspraak volgde op vergelijkbare berichten uit onder andere Duitsland. In diezelfde maand liet de toenmalige Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Nancy Faeser, weten dat de regering onderzoekt of de vluchtelingenstatus van een deel van de circa één miljoen Syrische vluchtelingen in Duitsland kan worden ingetrokken.
De aanleiding is de veranderde situatie in Syrië. In december 2024 vluchtte president Assad het land uit en viel zijn regime. Sindsdien heeft de rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) de macht overgenomen. Syrië werd door Nederland sinds 2011 als onveilig land beschouwd vanwege de burgeroorlog. Daardoor kregen Syriërs die asiel aanvroegen in Nederland vrijwel altijd een verblijfsvergunning.
Volgens de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties zijn sinds het uitbreken van de burgeroorlog ongeveer 13,5 miljoen Syriërs gevlucht. Het meerendeel van hen zochten hun toevlucht binnen Syrië zelf, maar 6,6 miljoen Syriërs vluchtten naar het buitenland. De meeste Syrische vluchtelingen kwamen in 2015 en 2016 naar Europa. Bij het uitbreken van de burgeroorlog woonden er zo’n 11.000 Syriërs in Nederland. Eind 2023 waren dit er ruim 140.000.
Gedoe over ambtsbericht
Na de val van het Assad-regime stelde Nederland een tijdelijk ‘besluit en vertrekmoratorium’ in. Dat betekende dat asielaanvragen van Syriërs tijdelijk werden opgeschort. Voor het terugsturen van asielzoekers of het weigeren van een asielaanvraag zijn ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken leidend. Op 29 mei 2025 bracht dit ministerie een nieuw ambtsbericht uit over de veiligheidssituatie in Syrië. Eerst werd dat rapport geheimgehouden, maar na een rechterlijke uitspraak werd het alsnog openbaar gemaakt.
Op basis van dit ambtsbericht hervatte de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de behandeling van zo’n 16.870 lopende en nieuwe asielaanvragen. Volgens het rapport is het niveau van willekeurig geweld in heel Syrië nu het laagst sinds jaren. Daardoor moeten Syrische vluchtelingen nu aantonen dat ze bij terugkeer een serieus risico lopen op ernstige schade. Voor bepaalde groepen, zoals lhbti+’ers en alawieten, blijft het risico op vervolging wél verhoogd.
Terugkeer met geld
De verantwoordelijkheid voor deze procedure valt inmiddels onder demissionair minister van Weel (VVD). Na het vertrek van de PVV uit het kabinet is de asielportefeuille verdeeld over drie ministers (VVD, BBB en NSC). Van Weel is verantwoordelijk voor asielprocedures, terugkeer en vertrek, vreemdelingendetentie, grenstoezicht en de asielnoodmaatregelenwet.
In een brief aan de Tweede Kamer schreef Van Weel op 10 juni dat Syrië weer veiliger is voor terugkeer. "Door de val van het regime van Assad kan het voorheen algemene uitgangspunt van beleid dat Syriërs een reëel risico op ernstige schade lopen bij terugkeer worden verlaten", aldus de demissionaire minister.
Van Weel kondigde ook financiële ondersteuning aan voor Syrische terugkeerders. Volwassenen ontvangen 815 euro aan ‘basisvertrekondersteuning’ en 2000 euro voor ‘herintegratieondersteuning’, bijvoorbeeld voor een opleiding of het opzetten van een bedrijf. Minderjarigen die terugkeren krijgen respectievelijk 655 euro en 1000 euro.
De herbeoordeling van bestaande verblijfsvergunningen - van ruim 71.000 Syrische statushouders - is voorlopig uitgesteld. In januari 2026 volgt waarschijnlijk een nieuw ambtsbericht dat hierover meer duidelijkheid moet geven.
Terugkeer in cijfers
Het is nog te vroeg om een verband te leggen tussen het nieuwe beleid en het aantal mensen dat terugkeerde naar het land van herkomst. Sinds rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) de macht overnam van Assad in december 2024 zijn velen al op eigen initiatief vertrokken. Volgens cijfers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) zijn tot en met juni van dit jaar 830 Syriërs teruggekeerd. In heel 2024 waren dat er 1010.
De cijfers gaan over zowel aantoonbaar als niet-aantoonbaar vertrek. Aantoonbaar vertrek betekent dat de DT&V heeft vastgesteld of iemand vrijwillig of gedwongen is vertrokken. Niet-aantoonbaar vertrek houdt in dat iemand zelfstandig vertrekt zonder dat dit via de DT&V plaatsvindt. Dit wordt ook wel vertrek ‘met onbekende bestemming’ genoemd.
Syriërs vormen dit jaar tot nu toe de grootste groep mensen die zijn teruggekeerd. Dat is opvallend: de afgelopen jaren stonden mensen met een Nigeriaanse, Marokkaanse of Algerijnse nationaliteit bovenaan de lijst. Syriërs stonden in de afgelopen jaren wel vaker in de top vijf van nationaliteiten die het meest terugkeren, maar nooit op nummer één. In 2017 en 2019 stonden Syriërs die terugkeren buiten de top vijf.
Tussen 2016 en 2024 keerden in totaal 5370 Syriërs terug. Alleen Albanezen (7470), Algerijnen (8590) en Marokkanen (9820) keerden vaker terug.
De cijfers van de DT&V zijn afgerond op tientallen. Cijfers van voor 2016 zijn niet in het online systeem (data.overheid.nl) beschikbaar, verklaart een woordvoerder van de DT&V.