De vondst van een identiteitspasje van een 16-jarige Albanese jongen laat zien waarom sommige minderjarige migranten geen hulp willen en uit het zicht van de autoriteiten verdwijnen.

Halflege pakjes sigaretten, een achtergelaten onderbroek, een tandenborstel en vooral heel veel plastic tasjes. Het zijn de sporen die de Albanese migranten achterlaten die bijna dagelijks in het maïsveld naast station Lage-Zwaluwe worden aangetroffen. Het zijn vaak twintigers, maar er zitten ook jongeren van 15 of 16 jaar tussen. “Het is droevig om te zien, zeker als het om jonge mensen gaat”, zegt buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) Jan Zeeven-Roelands, die werkt in de omgeving van Moerdijk.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.