Voor de meeste afgestudeerden is de diploma-uitreiking een groot feest. De dag erna komt de kater, want anno 2012 is het voor hogeropgeleiden steeds moeilijker om aan een passende baan te komen. Zij zullen op een andere manier in hun levensonderhoud moeten voorzien. Wat voor maatschappelijke gevolgen heeft dit?

Hoe klein het land ook is, Nederland is een studieland. Steeds meer mensen beginnen aan een hbo- of wo-studie. In 2011/2012 waren er bijna 53.000 eerstejaars op de universiteiten, versus bijna 99.000 op het hbo. Ook het aantal mensen tussen de 25 en 34 jaar dat deze studies afrondt met een diploma op zak stijgt, want nu heeft 38 procent van deze groep zo'n prestigieus papiertje. Ter illustratie: In 2000 was bijna een kwart van die leeftijdsgroep in het bezit van zijn bul.

Vooral vrouwen hebben een aandeel in deze cijfers, omdat zij nu meer vertegenwoordigd zijn dan voorheen. We mogen trots op ons kennisland zijn, want we laten landen als Denemarken, Finland, Zweden en Polen vlak achter ons. Helaas heeft de starter bar weinig aan al deze statistieken.

De arbeidsmarkt zit namelijk al een aantal jaren dicht voor hoogopgeleide starters. Het mag dan ook geen verrassing heten dat de crisis heeft bijgedragen aan de werkloosheid onder hbo- en wo-afgestudeerden. De Universiteit van Maastricht houdt werkloosheidscijfers onder haar alumni bij. Het percentage afgestudeerden dat na een jaar nog steeds werkloos is, is ten opzichte van twee jaar geleden verdubbeld naar zo'n 8 tot 9 procent. Hoogleraar onderwijs en arbeidsmarkt Rolf van der Velden (Universiteit van Maastricht) noemde eerder dit jaar in NRC.next een paar factoren die hierin meespelen. “We zien dat bedrijven en de overheid nu echt de effecten van de crisis gaan merken. De winstgevendheid neemt af, er worden reorganisaties aangekondigd en er is een vacaturestop bij sommige overheden. Er is ook geen geld meer voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid.”

Gevolgen
Afgestudeerden gaan door de crisis niet zo snel meer de arbeidsmarkt op: zij plakken er nog een studie achteraan. De Vereniging van Universiteiten VSNU meldt op Intermediar dat er 13 procent meer afgestudeerden zijn in het wetenschappelijk onderwijs. Daarmee lijkt er nog geen einde te komen aan de groei van het aantal hoogopgeleiden. Weekblad Intermediar voorspelt een mogelijk scenario als gevolg van de economische crisis: In 2030 is meer dan de helft van de beroepsbevolking hoogopgeleid. Als er dan niet genoeg banen voor deze mensen zijn bijgekomen, moeten zij genoegen nemen met een baan op mbo-niveau. Dat gebeurt nu al, en zo lijkt het of de krapte op de arbeidsmarkt voor de rekening van mbo'ers komt. Toch is dit maar een tijdelijke ontwikkeling, mogelijk kan iedereen na de crisis wel weer aan de slag op zijn of haar opleidingsniveau, voorspelt Frank Cörvers, van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt in Maastricht. Bovendien ziet hij kansen voor werkgevers. Zij kunnen een mbo-functie uitdagender en complexer maken. Cörvers noemt op de website van Intermediar de sector basisonderwijs als voorbeeld.

Of het aantal studerenden over een paar jaar nog steeds stijgend is, is nog maar de vraag. Studeren gaat de komende jaren fors duurder worden door de invoering van het sociaal leenstelsel. Studeren is investeren, luidt het nieuwe credo. In het regeerakkoord, dat onlangs gepresenteerd werd, staan vooral maatregelen om het kaf van het koren te scheiden. Je moet je als student gaan onderscheiden. Toelatingseisen tot het hoger onderwijs worden aangescherpt. University colleges, populaire opleidingen en opleidingen met bijzondere toelatingseisen mogen selectie aan de poort blijven toepassen. Bovendien zou de ov-jaarkaart worden geschrapt, waarvoor een kortingskaart in de plaats zou komen. Al met al leidt het pakket maatregelen nu tot een verwachte afname van tussen de 15.000 en 20.000 hbo-studenten, schrijft de hbo-raad op zijn website.

Na twee jaar nog werkloos
SEO Economisch onderzoek publiceerde dit jaar het rapport Studie & Werk 2012, in opdracht van Elsevier. Het onderzoek omvat gegevens van hbo- en wo-afgestudeerden van het jaar 2009/2010. De afgestudeerden van de opleiding culturele en maatschappelijke vorming (cmv) hadden het het zwaarst, maar liefst dertien procent van hen zocht naar een passende baan. Vlak daarachter hobbelen afgestudeerden in commerciële economie, van deze groep is twaalf procent op zoek naar werk. Op academisch niveau hadden afgestudeerden in Romaanse talen en archeologie de grootste moeite om een baan te vinden. In beide groepen was ruim twintig procent werkloos.

Uit het SEO Onderzoek bleek verder dat zes procent na twee jaar nog op zoek is naar een baan als socioloog. Ook Marloe Boon ervaart hoe moeilijk het is om aan een baan als socioloog te komen. “Ik hoor als reden van afwijzing vaak iets in de trant van 'We hebben gekozen voor een kandidaat met een opleiding en werkervaring die beter aansluit bij het gewenste profiel'.” Toch blijft ze niet stilzitten in een zoektocht naar een baan. Ze werkt nu op projectbasis en ze doet wat losse klusjes in de communicatiebranche. Boon heeft voor haar WO-opleiding nog commerciële economie gestudeerd. Zij is niet bang om op werkgevers af te stappen. “Ik benader bedrijven die ik leuk vind en vraag of ik even langs mag komen. In de bijlage stuur ik dan mijn CV en portfolio.”

Als er voor Boon geen passende baan te vinden is, zal ze genoegen nemen met een baan waar de eisen lager voor liggen. “Ik zou een baan onder mijn niveau accepteren, maar ik wil wel iets doen wat ik leuk vind. Als ik dingen tegen mijn zin ga doen, word ik depressief. Maar goed, vraag het me over een half jaar nog eens! Ik merk dat ondanks mijn communicatie-ervaring het soms al lastig is. “ Ze is zich bewust van haar concurrentie op de arbeidsmarkt. “Veel mensen zijn op zoek naar een baan en daarom neemt iemand met ervaring als adviseur bijvoorbeeld een baan aan op medewerkersniveau. Daar kan jij als junior niet tegen op!"
Wat de droombaan van Marloe Boon is? “Een combinatie van onderzoek en uitvoering bij een zogenaamd creatief bedrijf.”

De numerus fixus en selectie aan de poort
Onderwijsinstellingen spelen in op de krapte op arbeidsmarkt. Neem bijvoorbeeld de numerus fixus. Dat is een vast aantal studenten dat per jaar op een opleiding wordt toegelaten. De numerus fixus wordt toegepast bij de Saxion Hogeschool, bij de opleiding Archeologie, want in die sector zijn de gevolgen van de crisis duidelijk te merken. Als er weinig gebouwd wordt, heeft dat direct invloed op archeologie. Verder noemt de hogeschool als reden voor een numerus fixus, dat zij goed onderwijs en voldoende stageplekken willen garanderen.

De opleiding media, informatie en communicatie van de Hogeschool van Amsterdam heeft ook zo'n numerus fixus. Als voornaamste reden noemt de opleiding dat de kwaliteit van het onderwijs gegarandeerd moet blijven. Het beperken van het aantal aanmeldingen is geen overbodige luxe, gezien de cijfers van het SEO Economisch Onderzoek. Doordat het aanbod veel groter is dan de vraag, is het voor afgestudeerden moeilijk om aan een baan te komen. Afgestudeerden in mediastudies hebben het zwaar. Tien procent is na twee jaar nog steeds op zoek naar werk.

Dr. Christoph Meng is senior onderzoeker transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt. Hij denkt dat er vooral strenger geselecteerd zal worden bij universiteiten, al is hij zich er wel van bewust dat dit nu ook op het hbo gebeurt. “Dergelijke selectie bij universiteiten lost niets op. Er zullen meer mensen uitwijken naar het hbo.” Bovendien heeft het als gevolg dat vwo'ers minder snel hun gewenste opleiding volgen. “De universiteit wordt zo een tweede stap, bereikbaar via het hbo.” Meng ziet wel voordelen in selectie aan de poort op het hbo. “Het hbo leidt een brede groep mensen op, van vwo'ers tot mbo'ers. Meer differentiatie via bijvoorbeeld Honours Programmes en Associate Degrees is dan ook goed.” Het gevaar van selectie aan de poort bij het hbo is dat mbo'ers sneller de arbeidsmarkt op gaan en niet meer doorstromen naar het hbo.

Een kleiner aantal studerenden betekent nog niet dat de afgestudeerden van nu meer ademruimte krijgen op de arbeidsmarkt. “Stel dat de invoering van het sociaal leenstelsel en het schrappen van de ov-jaarkaart leidt tot minder nieuwe studenten. Dan is er over vier a vijf jaar een kleinere uitstroom en ontstaat er, in het uiterste geval als op dat moment de economie weer op volle toeren draait, een tekort aan hogeropgeleiden. Maar we moeten eerst kijken of er de maatregelen daadwerkelijk voor een structurele daling van het aantal studenten zorgt", aldus Meng. Hij benadrukt dat er bij veel studies altijd sprake is van (tijdelijke) werkloosheid na afstuderen. Een structurele werkloosheid van drie tot vier procent is dan ook niet verrassend.

Er zijn echter ook studies waarbij dat niet zo is. Een voorbeeld is de opleiding commerciële economie die volgens hem in de recente crisis hard getroffen is. Vier jaar terug lag het werkloosheidscijfer bij die groep op drie tot vier procent, nu is dat tussen de acht en negen procent. Het hoge aantal werklozen zal niet zo blijven, voorspelt Meng. De onderzoeker weet dat het voor mensen met talen- en cultuurstudies relatief moeilijk is om aan werk te komen. “Er is niet zoveel vraag naar personeel. Eigenlijk is het net zoals bij de kunstopleidingen. De studie wordt gevolgd vanuit interesse."
Daarbij wil Meng wel aantekenen dat er opleidingen zijn die de crisis goed doorkomen. “Accountancy heeft een lager aantal gediplomeerden. Er is altijd vraag naar accountants. Afgestudeerden in Media en Entertainment Management en commerciële economie  moeten het hebben van het beroep waar ze instromen. Als het daar slechter gaat, worden ze niet aangenomen.”

Sinds 2000 is het aantal studerenden en hogeropgeleiden in Nederland flink gestegen. Door de crisis vechten meer mensen om dezelfde baan. Weer een ander besluit om door te studeren of om aan de slag te gaan in een andere sector. In het regeerakkoord wordt met geen woord gesproken over hoe de werkloosheid onder afgestudeerden aangepakt moet worden, want er is geen geld voor. Wel worden eisen voor het hoger onderwijs aangescherpt en gaat (mogelijk) de ov-jaarkaart voor studenten op de schop. Tijdelijke werkloosheid na afstuderen is geen vreemd verschijnsel. Toch zijn er stijgende cijfers voor opleidingen die dit probleem eerder niet hadden. Deskundigen voorspellen dat dit effect na de crisis teniet gedaan zal worden. Een kwestie van afwachten, dus.

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.