In de voorgaande vijf artikelen is er aandacht besteed aan de belangrijkste bevindingen van de Nationale DenkTank 2012. Ter afsluiting heeft VersPers een kort gesprek met drie deelnemers aan de editie van dit jaar. Hoe kijken Lydia Boktor, Aniek Ivens en Laura de Landgraaf terug op hun periode van ruim drie maanden in deze DenkTank?

Voordat je als ambitieuze academicus drie maanden fulltime aan de slag kunt in de Nationale DenkTank moet je eerst een zeer strenge selectie doorlopen. “Die heb ik echt als heel spannend ervaren”, zegt Lydia Boktor. “Ik had nog nooit zo’n uitgebreide selectieprocedure gedaan. Mijn motivatiebrief heb ik wel tien keer laten nakijken op spellingsfouten en ik had echt slapeloze nachten voor de uitslag. Vooral na het eerste gesprek realiseerde ik me hoe graag ik wilde meedoen.”

Uiteindelijk mogen elk jaar twintig kandidaten plaatsnemen in de DenkTank. Deze deelnemers zijn onder meer geselecteerd op hun maatschappelijke betrokkenheid en op hun academische prestaties tijdens hun studie of promotieonderzoek. Andere belangrijke zaken waar bij de samenstelling van de DenkTank rekening mee wordt gehouden zijn het interdisciplinaire karakter van de groep en uiteraard de potentiële onderlinge samenwerking. Boktor: “Na het groepsassessment ging ik weer naar huis met het idee ‘Ja, dit zijn mensen waar ik mee wil werken.’” 

De redenen waarom de deelnemers zich hebben aangemeld voor de DenkTank 2012 verschillen van persoon tot persoon. Voor Laura de Landgraaf was vooral het onderwerp van dit jaar – de duurzame voedselketen – een belangrijke reden om te willen deelnemen. “Dit onderwerp sprak me voor de deelname al erg aan. Ik vond het alleen moeilijk om het in het dagelijks leven te kunnen toepassen en was op zoek naar een manier om dat wel te kunnen doen”, vertelt ze. Aniek Ivens hield zich daarentegen al veel langer bezig met duurzame voeding: “Sinds mijn twaalfde ben ik vlees gaan minderen en sinds ik studeer ben ik helemaal vegetariër. Ook kookte ik al een tijdje bewust met seizoensgroenten en deed ik mijn uiterste best om geen eten te hoeven weggooien. Daarnaast ging mijn promotieonderzoek over landbedrijvende mieren – mieren die luizen houden en schimmels kweken. Dus stabiele landbouw had al jaren mijn speciale interesse”.

Voor Boktor was het thema van dit jaar niet de hoofdreden om zich voor de DenkTank aan te melden. “Ik was niet bovenmatig geïnteresseerd in duurzaamheid. Juist door de DenkTank heeft het begrip voor mij een nieuwe invulling gekregen en pas nu heb ik het idee dat ik het echt begrijp. Het gaat niet alleen om ‘meer met minder’, maar ook over facetten als sociale duurzaamheid, gezondheid en biodiversiteit”, vertelt ze. “Vooral voor de ervaring en de uitdaging wilde ik het gaan doen. Ik heb veel geleerd op de universiteit, maar ik wilde weten wat die kennis waard was binnen een interdisciplinaire groep. Daarnaast kan je met de DenkTank echt een verschil maken. Het doel is niet om tot een eindrapport te komen, maar juist met implementeerbare concrete oplossingen. Dat sprak mij enorm aan.”

Ivens en De Landgraaf vertellen dat de selectieprocedure werd gevolgd door een zomerschool van twee weken, waarin de nieuwe DenkTank flink werd bijgespijkerd over onder meer het thema van dit jaar. Daarna volgde de daadwerkelijke onderzoeksfase. Hierin mochten de deelnemers eerst de knelpunten uitgebreid in kaart brengen om vervolgens op zoek te kunnen gaan naar creatieve en werkelijk uit te voeren oplossingen. In deze fase hebben niet alle DenkTank-deelnemers zich met dezelfde onderwerpen beziggehouden, maar waren er verschillende groepen die zich met een bepaald onderwerp bezig mochten gaan houden. “Dat maakte het opzetten van de overkoepelende eindpresentatie nog wel erg lastig. Het was ontzettend moeilijk om er één geheel van te brouwen, maar dat is ons wel gelukt”, aldus De Landgraaf.

“Zelf heb ik in het team gezeten dat het fosforprobleem op de kaart wil zetten”, zegt Ivens. En op de vraag waar ze zelf het meest trots op is: “Ik ben trots op het filmpje dat we hebben gemaakt, maar ook dat we in zo’n korte periode ingelezen zijn geraakt in het onderwerp. Binnen een tijdbestek van enkele weken zaten we aan tafel met de fosforexperts van Nederland en stond er een ingezonden brief van ons in de krant over het onderwerp.” Boktor heeft zich de afgelopen maanden beziggehouden met het bijmengprincipe. “Het is ongelofelijk wat voor reacties we krijgen op dit idee”, vertelt ze. “Verschillende media hebben dit opgepakt, maar ook vanuit de industrie en de overheid wordt veel gereageerd. Het lijkt erop dat we mensen aan het denken zetten. Daar ben ik ontzettend trots op.”

De deelnemers aan de Nationale DenkTank 2012 lijken er overigens van overtuigd dat veel ideeën en oplossingen die in de afgelopen periode zijn bedacht werkelijk in de praktijk worden gebracht. Ivens: “Een aantal oplossingen zie ik echt geïmplementeerd worden. Het bijmengprincipe, de groene gastheer, het menu, het voedselstadhuis en de agendering van fosfor. Daarnaast zetten onze oplossingen hopelijk aan tot denken in de keten en daarna tot doen.” Boktor vult aan de DenkTankers zich zelf ook blijven inzetten voor de toekomstige implementatie van hun aanbevelingen. “Vier DenkTankers hebben al commitment getoond om het voedselstadhuis te realiseren en er zijn tevens al een aantal gesprekken gepland voor realisatie van het voedselpaspoort. Bovendien gaat mijn team zich inzetten voor een haalbaarheidsstudie om de toepasbaarheid te bekijken van het bijmengprincipe. Er worden dus genoeg zaadjes geplant.”

En dat is belangrijk, want volgens de deelnemende academici van dit jaar heeft de DenkTank belangrijke inzichten opgeleverd over duurzaamheid. “Verduurzamen kan niet met kleine aanpassingen in het huidige systeem. Het economische model dat is gebaseerd op groei is onhoudbaar. We zullen echt een grote switch moeten maken, zowel op economisch vlak, als in onze cultuur en dagelijkse gewoontes. We leven en eten te luxe”, zegt De Landgraaf. Volgens Boktor kan die omschakeling alleen plaatsvinden wanneer er nog een ander besef is. “Wat veel mensen vergeten, is dat weinig consumenten een link leggen tussen voedsel en klimaatverandering. Alle adviezen over verduurzaming van de voedselketen, landen daarom niet. De urgentie van het probleem is nog niet zichtbaar, terwijl dat al wel het geval is bij bijvoorbeeld energieverbruik en klimaatverandering. Zo’n associatie is op z’n zachtst gezegd noodzakelijk”, betoogt Boktor.

Een ander belangrijk inzicht blijkt volgens Ivens uit de door de DenkTank uitgevoerde voortouw-analyse. “Ik denk dat onze analyse het algemene probleem in de keten het beste in kaart heeft gebracht. Iedere partij denkt van de ander dat zij het voortouw dienen te nemen en daardoor staat de keten stil of gaan de ontwikkelingen erg langzaam. Dit zorgt er ook voor dat de keten intransparant is en dat er weinig wordt samengewerkt, terwijl daar mijns inziens de oplossing voor veel problemen kan liggen, ook met betrekking tot voedselverliezen.”

Nu de DenkTankers de eindpresentatie achter de rug hebben, kunnen ze vol voldoening terugkijken op de afgelopen drie maanden. Boktor: “Het is een hele inspirerende periode geweest. De DenkTankers hebben mij stuk voor stuk geraakt. Ik heb veel van ze geleerd en ik heb van ze genoten. Beter dan dit wordt het niet.”

LEES ALLE ARTIKELEN GRATIS

Onafhankelijke journalistiek is essentieel om een snel veranderende wereld te kunnen begrijpen. Daarom is een platform van nieuwe makers belangrijk. Vind jij dat ook? Steun ons dan door lid te worden of met een financiële bijdrage.

Word gratis lid Investeer in ons

Al ingeschreven voor onze nieuwsbrief en/of in ons geinvesteerd? Vul je e-mailadres is om toegang te krijgen.